
Bijbellezen met Jan
Podcast door Jan Heijnen
Welkom bij de Bijbellezen met Jan-podcast. Mijn naam is Jan Heijnen. Ik ben auteur van het boek ‘De Bijbel in 1 Dag’ en oprichter van het platform Bijbellezen met Jan. Ik wil mensen zoals jou helpen met het lezen, begrijpen en geloven van de Bijbel.In het eerste seizoen van de podcast bespreek ik in vogelvlucht alle Bijbelboeken. Deze afleveringen zijn gebaseerd op het boek 'De Bijbel in 1 Dag'. Het tweede seizoen staat in het teken van hoe je de Bijbel kunt lezen. Hierbij wissel ik solo-afleveringen af met gesprekken met gasten. Wil je ook met mij de Bijbellezen? Probeer dan eens een cursus of challenge. https://bijbellezenmetjan.nl/shop.
Probeer 7 dagen gratis
€ 9,99 / maand na proefperiode.Elk moment opzegbaar.
Alle afleveringen
174 afleveringen![episode [Bijbel in 1 dag] - Johannes (deel 2) artwork](https://cdn.podimo.com/images/21f167c9-b445-49ae-9a62-e45468de3cf2_400x400.png)
De laatste week De laatste week breekt aan. Deze begint met een maaltijd bij Lazarus thuis. Zijn zus Maria giet kostbare olie over Jezus, waarmee ze Hem in feite voorbereid op Zijn dood. Daarna is er de zondagse intocht waarbij Jezus als Messias wordt verwelkomd in Jeruzalem. Hoewel Jezus weet dat Hij vrijdags zal sterven, investeert Hij bijna al Zijn beschikbare tijd in onderwijs aan Zijn leerlingen. Ze houden een maaltijd en geen van de leerlingen wast de voeten van een ander. Dat is immers het werk van een slaaf of een dienaar. Toch kiest hun Leider, Jezus, ervoor om wél de voeten van de anderen te wassen. Deze ene daad laat zien hoe God werkelijk is. Liefdevol en dienend. ‘En zo’, zegt Jezus, ‘moeten ook jullie elkaar liefhebben en dienen’. Er volgt meer onderwijs. Eén van de bekendste verhalen is dat wij geënt moeten zijn in God zoals een wijnrank vastzit aan de wijnstok. God is de Bron van ons leven. Maar net als wijnranken moeten wij worden gesnoeid. Niet omdat God ons pijn wil doen, maar omdat we zo meer vrucht zullen dragen: we kunnen zo nuttiger zijn voor Hem. Jezus vertelt ook dat Hij weggaat. Dit maakt Zijn leerlingen verdrietig, maar Jezus zegt dat het nodig is. Alleen zo kan de heilige Geest in ons komen wonen. Als God in de vorm van de heilige Geest in ons leeft, is Jezus altijd bij ons. Nergens in de Bijbel wordt de term ‘Drie-eenheid’ gebruikt om God, Jezus en de heilige Geest aan te duiden. Maar het idee dat er één God is in drie verschijningsvormen wordt hier wel beschreven door Johannes. God de Vader, Jezus de Zoon en de heilige Geest zijn ieder apart actief, en toch zijn ze één. Wat is dan de rol van de heilige Geest? Jezus zegt dat Hij ons zal overtuigen van de waarheid. Hij zal ons ook de kracht geven om Zijn missie te voltooien in de wereld. Hoewel Jezus het offer brengt dat nodig is om de zonde te verslaan, is het aan de volgelingen van Jezus om dit goede nieuws te vertellen op deze wereld. Hij waarschuwt wel dat er tegenstand en vervolging komt, maar voorspelt eveneens de overwinning voor wie volhoudt. Hij bidt een prachtig gebed voor Zijn leerlingen en alle volgelingen die nog zouden komen. ‘Ik ben het’ Jezus gaat met zijn leerlingen naar de Olijfgaard en dan komen soldaten eraan lopen, geleid door de verrader Judas. ‘Wie zoeken jullie?’, vraagt Jezus. ‘Jezus uit Nazaret’, antwoorden ze. ‘Ik ben het’, zegt Jezus. De soldaten deinzen achteruit en vallen zelfs op de grond. ‘Ik ben.’ Dat zei God tegen Mozes toen Mozes Hem om Zijn naam vroeg. In Johannes zegt Jezus zeven keer iets over wie Hij is met de woorden: ‘Ik ben …’. Ik ben het Brood van het leven. Ik ben het Licht van de wereld. Ik ben de Deur voor de schapen. Ik ben de Opstanding en het Leven. Ik ben de goede Herder. Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Ik ben de ware Wijnstok. Iedere stelling zegt iets over Jezus’ identiteit. En hier openbaart Jezus opnieuw wie Hij is. ‘Ik ben het.’ Ofwel: ‘Ik ben God.’ Hadden de vijandelijke soldaten door dat Hij dit bedoelde? Ze waren in ieder geval diep onder de indruk en lijken besluiteloos. Petrus is dat niet. Hij pakt zijn zwaard en slaat een oor af van de slaaf van de hogepriester. (Lucas vermeldt dat Jezus de oor van de slaaf genas.) Jezus wijst Petrus terecht. ‘Zou ik de beker die de Vader Mij gegeven heeft niet leegdrinken?’ - Johannes 18:11 Jezus gaat Zijn dood tegemoet, maar niet omdat Hij in de val is gelopen. Hij legt Zijn leven vrijwillig af. Het past allemaal in Gods reddingsplan. De leerlingen maken zich echter uit de voeten. De soldaten voeren Jezus mee naar de Joodse raad en uiteindelijk leiden de Joden Hem naar de Romeinse gouverneur Pilatus. Jezus wordt ervan beschuldigd dat Hij claimt een koning te zijn. Als Pilatus Hem daarnaar vraagt, antwoordt Hij: ‘Mijn koninkrijk is niet van deze wereld’. Impliciet geeft Jezus dus toe dat Hij wel degelijk koning is. En iedere Jood die zich koning noemt, is een bedreiging voor de Romeinse keizer. Pilatus is duidelijk ongemakkelijk. Eigenlijk ziet hij niet zoveel gevaar in Jezus. Met een list probeert hij de Joden af te schepen. Hij laat een Joodse moordenaar komen en vraagt het volk wie hij vrij moet laten. De moordenaar Barabbas of Jezus? Opgehitst door hun leiders kiest het volk voor Barabbas. Barabbas was schuldig, Jezus onschuldig. Toch is het Jezus die sterft en niet de moordenaar. Hij draagt de straf die Barabbas verdient. Het is volbracht Jezus wordt gemarteld en gekruisigd, het ultieme bewijs dat in Gods Koninkrijk alles anders is dan hier op aarde. De enige ware Koning, de God die mens werd, de Mens die niet had gezondigd, juist Hij sterft. Hij draagt zo de straf voor ons. En op een bijzonder moment: op dat tijdstip slachten de Joden namelijk het lam voor het pesachmaal. Nu denk je misschien, maar Jezus had de avond daarvoor toch al de maaltijd gevierd waarmee de uittocht uit Egypte werd herdacht? Dat klopt. Dit heeft er waarschijnlijk mee te maken dat voor sommige Joden een dag begon bij de zonsopkomst. Dit was bijvoorbeeld zo in Galilea, waar Jezus vandaan kwam. Maar voor Joden in Jeruzalem begon een nieuwe dag bij zonsondergang. Daardoor wordt in de tijd van Jezus het pesachfeest dus niet in het hele land op hetzelfde moment gevierd. Jezus at zelf van het pesachmaal volgens de Galilese tijdsrekening, terwijl Hij stierf tijdens het slachten van het lam door de Joden die in Jeruzalem wonen. Vlak voor Jezus de laatste adem uitblaast, verzucht Hij: ‘Het is volbracht’. Dit zijn misschien wel de mooiste woorden die ooit zijn gesproken in de geschiedenis van de mensheid. HET IS VOLBRACHT! Jezus heeft het offer gebracht dat nodig was om de dood te verslaan. Wie in Jezus gelooft, ontvangt vergeving van zonden. Hij of zij hoort bij God. Jezus wordt in een graftombe gelegd door een rijke man die Josef heet én door Nikodemus. Het lijkt erop dat beiden in het geheim volgeling van Jezus waren geworden. Het graf is leeg ‘s Zondags gaat Maria uit Magdala naar het graf (volgens de andere evangeliën met andere vrouwen) en ontdekt dat Jezus weg is. Petrus en Johannes rennen naar het graf. Ze ontdekken dat het linnen keurig is opgevouwen, maar er is geen lichaam. De twee mannen geloven dat er een wonder is gebeurd en gaan terug naar het huis waar ze verblijven. Maria blijft staan bij het graf en dan ziet ze plotseling twee engelen. ‘Ze hebben mijn Heer weggehaald!’, zegt ze. ‘En ik weet niet waar ze Hem hebben heengebracht.’ Achter haar verschijnt Jezus, maar ze kijkt niet goed naar Hem. Dan noemt Hij haar naam. ‘Maria!’ Ze draait zich met een ruk om. ‘Rabboeni!’ Meester! Jezus draagt haar op de leerlingen te vertellen dat Hij weer leeft. En niet veel later verschijnt Hij ook aan hen. Alleen Tomas is er niet bij en hij gelooft niet dat Jezus uit de dood is opgestaan. Een week later komt Jezus opnieuw uit het niets op bezoek. ‘Leg je vingers hier, kijk naar Mijn handen en leg je hand in Mijn zij’, zegt Jezus. ‘Wees niet langer ongelovig, maar geloof.’ Tomas antwoordt: ‘Mijn Heer, Mijn God!’ En Jezus zegt: ‘Omdat je Me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien, maar toch geloven.’ Die laatste woorden zijn bedoeld voor ons. Wij hebben Jezus niet gezien een week na Zijn opstanding. Gelukkig zijn wij als we toch geloven. Een ontroerend slot Maar Johannes heeft nog een ontroerend slot voor ons in petto. De leerlingen hebben hun oude beroep opgepakt en zijn weer gaan vissen. Jezus had hen geroepen met de woorden ‘Ik maak vissers van mensen van jullie’, maar hier vissen ze op de dieren die in het water leven. Het zit echter niet mee. De netten blijven leeg. Een man roept vanaf de kant van het water dat ze het net aan de andere kant moeten uitgooien. Ze doen wat de man zegt en plotseling zit het net volledig vol met vis. Pas dan herkennen ze dat het hier om Jezus gaat en Petrus springt over boord om naar Hem toe te lopen. Johannes vertelt ons met dit verhaal dat we veel meer vis zullen vangen als we gehoorzaam zijn. Hij bedoelt dat we veel meer zullen bereiken en dat veel mensen tot geloof zullen komen als we Jezus’ aanwijzingen opvolgen. Jezus maakt een vuurtje, braadt vis en eet zelf ook, opnieuw een bewijs dat Hij geen geest is maar weer echt leeft. Dan neemt Hij Petrus apart. Petrus kampt nog met een diep schuldgevoel. Driemaal heeft hij Jezus publiekelijk verraden. Nu vraagt Jezus driemaal of Petrus van Hem houdt. Driemaal antwoordt Petrus bevestigend. Jezus geeft hem de opdracht om een leider te worden van Jezus’ volgelingen, die later christenen genoemd worden. Hij moet hen leiden zoals een herder zijn schapen leidt. Tegelijk maakt Hij Petrus duidelijk dat hij op een dag ter dood zal worden gebracht. Dan vraagt Petrus wat er met Johannes zal gebeuren. Jezus antwoordt dat hem dat niets aangaat. De schrijver van dit evangelie laat weten dat zijn taak was om zijn hele leven te getuigen van wie Jezus was. Johannes is vervolgd, gemarteld en uiteindelijk verbannen naar het eiland Patmos, maar voor zover bekend is hij de enige leerling die geen gewelddadige dood is gestorven. Tot het einde van zijn lange leven heeft hij over Jezus verteld. Dit boek, vol met herinneringen aan Jezus, Zijn onderwijs en Zijn daden, is daar het bewijs van.

S4, A35 Hoe de Bijbel gelezen wil worden
![episode [Bijbel in 1 dag] - Johannes (deel 1) artwork](https://cdn.podimo.com/images/21f167c9-b445-49ae-9a62-e45468de3cf2_400x400.png)
Het vierde en laatste evangelie dat we hebben ontvangen, is het Bijbelboek dat is geschreven door Johannes, één van de twaalf leerlingen. Zijn naam wordt opvallend genoeg consequent niet genoemd in deze tekst, terwijl de namen van de andere leerlingen wel veel voorkomen. In plaats van zijn eigen naam te gebruiken, heeft Johannes het telkens over ‘de leerling van wie Jezus hield’. Daarmee laat Johannes zijn nederigheid zien. Toen hij zijn evangelie had geschreven, wist bovendien iedereen dat hij de auteur was. Hoogstwaarschijnlijk schreef hij zijn herinneringen aan Jezus op tussen 80 en 90 na Christus. Dus ruim een halve eeuw na de kruisiging van Jezus. Dat lijkt veel tijd, maar de boeken die wij hebben over bekende figuren als Julius Caesar zijn vaak pas honderden jaren na het leven van die persoon verschenen. Nieuwe verhalen over Jezus Johannes kent de drie andere evangeliën en probeert ze aan te vullen, bijvoorbeeld door details te geven die in de andere boeken ontbreken, maar ook door hele nieuwe verhalen over Jezus te vertellen die nog niet zo bekend waren. Naast dit evangelie heeft Johannes ook nog drie brieven geschreven en het boek Openbaring. Die komen later nog voorbij, nu eerst deze prachtige hervertelling over Jezus. ‘In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God.’ Zo opent Johannes. Achttien verzen lang bezingt Johannes de grootsheid van God de Vader en God de Zoon, die apart en toch één zijn. Er is een Engelse Bijbelvertaling die heet ‘The Message’, ofwel ‘De boodschap’. Eigenlijk is het geen vertaling maar meer een eigentijdse interpretatie van de Bijbel. In de bewoording van The Message zegt Johannes: ‘God moved into the neighborhood’. God verhuisde naar onze buurt. Dat is precies wat Johannes probeert duidelijk te maken aan ons. God werd mens en kwam onder ons wonen. Hij was één van ons, maar toch nog steeds God. Hij was het Licht dat de duisternis kwam wegjagen, maar de meesten hebben niet herkend wie Hij echt was. Waarom Johannes dit evangelie schreef Dat Johannes zo begint, is niet vreemd. Helemaal aan het eind van zijn evangelie vertelt Johannes waarom hij dit allemaal heeft opgeschreven: zodat we Jezus wél zullen herkennen en we in Hem zullen geloven. Die rode draad zien we in het hele Bijbelboek. Zo zit het boek vol met ‘tekenen’ die Jezus heeft gedaan. Dat zijn wonderen die duidelijk maken dat Hij daadwerkelijk de zoon van God is. Het eerste wonder is een op het oog verwarrende gebeurtenis. Jezus, Zijn vrienden en moeder zijn op een bruiloft in de stad Kana. Tot grote schaamte van de organisator is de wijn voortijdig op. Jezus’ moeder vraagt Jezus er wat aan te doen. Op dat moment toont ze haar geloof in Hem als de Zoon van God. Het is bijna alsof ze zegt: ‘Het wordt tijd dat je laat zien wie je bent.’ Jezus antwoordt dat Zijn tijd nog niet is gekomen. Hij kan Zich nog niet in volle glorie laten zien, want eerst moest Hij worden gekruisigd. Toch doet Hij zijn eerste teken. Hij loopt naar zes gigantische stenen kruiken, elk gevuld met 80 tot 120 liter water. Dit water was bedoeld voor het zuiveringsritueel van de Joden. Hij verandert het water in de beste wijn die de gasten ooit hebben geproefd. Deze gebeurtenis zit uiteraard vol symboliek. Jezus zelf vergelijkt Gods Koninkrijk met een uitgebreid feest en hier in Kana laat Jezus de overvloed van dat hemelse feest zien. Maar ook is dit wonder met de wijn een verwijzing naar het bloed van Jezus dat zal vloeien. Dit bloed is wat ons zuivert van de zonde. Voor de tweede keer geboren worden Andere tekenen die Jezus doet in Johannes zijn de genezing van de zieke zoon van een ambtenaar, de genezing van een verlamde man, het voeden van vijfduizend mensen, lopen op het water, de genezing van een blinde man en het opwekken van Lazarus uit de dood. Ook de opstanding van Jezus uit de dood is uiteraard een teken. Nadat Jezus weer tot leven was gekomen, doet hij nog één wonder. Hij laat Zijn discipelen een enorme hoeveelheid vis vangen. Maar voordat Jezus deze wonderen doet, gaat Hij naar de tempel. Hij bestormt de handelaren en veegt als het ware het tempelplein schoon. De andere evangeliën beschrijven dit aan het eind van Jezus’ leven. Johannes dus aan het begin van Zijn bediening. Het is mogelijk dat Jezus niet één maar twee keer Zijn woede liet blijken. Als de godsdienstige leiders Jezus bedreigen, antwoordt Hij: ‘Breek deze tempel maar af, en ik zal hem in drie dagen weer opbouwen’. Hij doelt hiermee op Zijn eigen lichaam, niet op de stenen tempel. Uiteraard wordt Hij niet begrepen. Op een nacht bezoekt één van die leiders Jezus. Deze Nikodemus komt ’s nachts omdat hij niet in het openbaar gezien wil worden met Jezus, maar hij is te nieuwsgierig. Hij maakt echter een grote fout. Hij ziet Jezus slechts als een leraar, niet als de Zoon van God. Nog voor Nikodemus een vraag kan stellen, steekt Jezus al van wal. ‘U moet opnieuw worden geboren’, zegt hij. Nikodemus is totaal in de war. Hoe kan dat? Jezus probeert uit te leggen dat ieder mens niet alleen lichamelijk maar ook geestelijk geboren moet worden. Maar hoe doe je dat? We moeten datgene doen wat de Bijbel ons al sinds Genesis probeert duidelijk te maken: in God geloven, op Hem vertrouwen. ‘Eigenlijk hoef je alleen maar naar Mij te kijken’, zegt Jezus. ‘Precies zoals de Israëlieten naar de koperen slang keken.’ Herinner je je dat verhaal uit Numeri nog? De Israëlieten in de woestijn hadden gezondigd en als straf stuurde God giftige slangen. Nadat Mozes had gebeden, liet God Mozes een koperen slang maken en aan een paal hangen. Iedereen die was gebeten en naar de koperen slang keek werd genezen. Op dezelfde manier zou Jezus aan een paal worden gehangen, als symbool van onze zonde. Iedereen die naar Hem kijkt wordt gered. Drinken van Jezus Na de ontmoeting met Nikodemus gaat Jezus naar Galilea. Op weg naar Zijn thuisprovincie trekt Hij door Samaria heen, een regio die door de Joden van die tijd wordt vermeden, omdat de Samaritanen geen ‘pure Joden’ zijn. Ze hebben zich vermengd met andere volken. Jezus stopt bij een waterput en stuurt Zijn leerlingen weg om boodschappen te doen. Een gescheiden vrouw die relaties met meerdere mannen heeft gehad, komt naar dezelfde bron. Ze is alleen want niemand wil iets met haar te maken hebben. Jezus gaat juist met haar het gesprek aan en onthult dat Hij ‘Levend Water’ is. Wie van Hem drinkt, zal nooit meer dorst hebben. Dat zijn vreemde woorden en het duurt dan ook even voor het kwartje valt en de vrouw doorheeft dat ze praat met de aangekondigde Messias. Ze laat uiteindelijk haar kruik staan en rent terug naar haar dorp, waar ze iedereen over Hem vertelt. Jezus blijft enige tijd en veel Samaritanen komen tot geloof. Jezus reist verder en geneest de zieken die bij Hem worden gebracht. Hij doet dat ook op de sabbat, de rustdag van de Joden. De godsdienstleraren zijn kwaad op Hem, maar Jezus zegt dat Hij het werk van Zijn Vader doet. Hij vergelijkt Zichzelf met God en daarom willen de Joodse leiders van Hem af. Het wordt steeds duidelijker dat je niet neutraal kunt blijven als het om Jezus gaat. Je gelooft in Hem of niet. Op een dag geeft Jezus duizenden mensen tegelijk te eten, terwijl ze aanvankelijk niet meer dan vijf broden en twee vissen hadden. Maar als Jezus uitlegt dat het niet gaat om ‘aards brood’ maar dat Hij het ‘levensbrood’ is en dat mensen van Hem moeten eten om het eeuwige leven te krijgen, begrijpt vrijwel niemand Hem. Ze laten Jezus in de steek. Deze mensen willen een aardse leider die voor brood zorgt en de Romeinen wegjaagt. Ze zijn veel minder geïnteresseerd in een Messias die het weer goed wil maken tussen God en mens. Alleen de twaalf leerlingen blijven bij Jezus. Maar, zegt Johannes onheilspellend, één van hen blijkt een verrader te zijn. Het Licht van de wereld Dan wordt het loofhuttenfeest gevierd, een feest dat zeven dagen duurt en waarbij wordt herdacht dat de Israëlieten veertig jaar lang in de Sinaïwoestijn onder de bescherming van God rondtrokken, waarbij ze verbleven in tenten of hutten. In die periode werd ook de tabernakel gebouwd en God woonde onder Zijn volk in die tabernakel. Hij gaf hen onder meer te drinken in de woestijn. Jezus gaat tijdens dit feest naar de tempel en Hij getuigt over zichzelf en waarom Hij is gekomen. Hij roept de mensen op van Hem te drinken en noemt Zichzelf ‘het Licht van de wereld’. Sommigen besluiten Hem te volgen, anderen twijfelen en weer anderen zijn zo tegen de Persoon en boodschap dat ze Jezus willen doden. Zeker als Hij zegt: ‘De Vader en Ik zijn één.’ Jezus trekt zich terug buiten de stad en hoort op een gegeven moment dat Zijn goede vriend Lazarus op sterven ligt. Iedereen weet dat Jezus kan genezen. Toch duurt het nog ruim twee dagen voor Jezus besluit Zijn vriend op te zoeken. Hij vertrekt pas als Hij weet dat Lazarus al dood is. Het wonder dat gaat komen, moet gebeuren. Zo laat Hij zien dat Hij werkelijk macht heeft over de dood. Hij gaat naar Lazarus’ graf toe en roept hem. Nog altijd gewikkeld in linnen komt Lazarus het rotsgraf uitgelopen. Veel mensen, inclusief sommige godsdienstige leiders, komen tot geloof in Hem. De andere leiders zijn bang dat dit op een opstand tegen de Romeinen uitdraait en dat zij de tempel zullen vernietigen. Ze besluiten dat Hij nu echt moet worden gedood. De hogepriester spreekt profetische woorden. ‘Besef toch dat het beter is dat één man sterft voor het hele volk, zodat niet het hele volk verloren gaat.’ - Johannes 11:50. Dus door Lazarus weer tot leven te laten komen, heeft J...

S3, A34 Hoe belangrijk is Bijbellezen?
![episode [Bijbel in 1 dag] - Lucas deel 2 artwork](https://cdn.podimo.com/images/21f167c9-b445-49ae-9a62-e45468de3cf2_400x400.png)
Lucas gaat verder met Jezus’ veertig dagen in de woestijn en de pogingen van de duivel om Hem te verleiden. Die mislukken jammerlijk en Jezus trekt langs dorpen en steden om te preken in synagogen (zeg maar: de Joodse kerk). Overal wordt Hij geprezen. Overal, behalve in de woonplaats van Zijn ouders. Ook hier staat Hij op om te vertellen dat de woorden van Jesaja in vervulling gaan: ‘De Geest van de Heer rust op Mij, want Hij heeft Mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft Hij Mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven, om een genadejaar van de Heer uit te roepen.’ - Lucas 4:18-19 De aanwezigen kennen Jezus echter nog uit Zijn jeugd. Toen was Hij gewoon één van hen. Waarom dan nu zo verheven doen? En wat waarschijnlijk ook meespeelde: ze weten waarschijnlijk dat Maria al zwanger was vóór haar huwelijk. Hoe kan de zoon van Jozef dan zich nu vergelijken met de Verlosser die moet komen? Jezus confronteert hen met hun ongeloof en de menigte wordt kwaad. Ze drijven hem naar de rand van de stad om Hem van de berg af te duwen. Dan gebeurt er een wonder. Ze kunnen niet verder en Jezus loopt gewoon tussen hen door weg. Jezus ging naar Kafarnaüm, de stad waar Hij woonde en ging door met Zijn onderwijs. Goed nieuws voor de armen Zijn boodschap was waarschijnlijk telkens dezelfde, de woorden uit Jesaja. Lucas presenteert Jezus als de Messias, maar meer dan de andere schrijvers van de evangeliën heeft Lucas oog voor de onderkant van de samenleving. Voortdurend laat hij zien dat Jezus is gekomen om het goede nieuws te brengen aan de armen. En met armen bedoelt hij niet alleen mensen die weinig of geen geld hebben. Hij bedoelt ook mensen die lichamelijke of geestelijke beperkingen hebben, weduwen, weeskinderen, buitenlanders en andere mensen op wie wordt neergekeken vanwege hun afkomst. Lucas laat ons Jezus aan het werk zien. Hij bevrijdt een man van een demon, laat de koorts verdwijnen van Petrus’ schoonmoeder, geneest iemand met een huidziekte, laat een verlamde man weer lopen en verwelkomt een corrupte belastingambtenaar als volgeling. Die belastingambtenaar is natuurlijk Levi, ofwel Matteüs. Hij is niet de enige zondaar die door Jezus wordt vergeven. Hetzelfde gebeurt met een prostituée. Het volk van Israël ervaart het onderwijs en de bediening van Jezus als een bevrijding. Vandaar dat het aantal volgelingen rap toeneemt. Daarom kiest Jezus twaalf leerlingen uit die Zijn intieme vrienden worden. Via deze mannen moet het goede nieuws na Zijn dood worden verspreid, maar één van hen, Judas Iskariot, zal Jezus uiteindelijk verraden. Hij wordt dan ook later door de leerlingen vervangen zodat ze weer een groep van twaalf vormen. Dat getal is niet onbelangrijk. Israël bestond oorspronkelijk uit twaalf stammen. Een radicale boodschap Jezus, de twaalf leerlingen en een grote groep andere volgelingen dalen een berg af en in de vallei begint Jezus te preken. Zijn boodschap is grotendeels hetzelfde als de Bergrede die we in Matteüs zagen. Misschien was het dezelfde toespraak en zat Jezus op de berg, terwijl zijn publiek iets lager zat, of misschien herhaalde Jezus Zijn preken wel eens. Dat is eigenlijk niet zo belangrijk. Het gaat om de boodschap en die is radicaal. Jezus spreekt over het Koninkrijk van God, maar zoals we al eerder zagen: dit is een koninkrijk waar alles net even anders gaat. De rijken houden hun geld niet voor zichzelf, maar delen het met de armen. Leiders dienen hun volgers. Word je iets aangedaan, dan neem je geen wraak maar vergeef je. Je zoekt naar vrede en gerechtigheid en wijst hypocrisie af. Door alles wat Jezus tot nu gedaan heeft, neemt de tegenstand toe. De religieuze leiders hebben juist veel voordeel van hoe de situatie nu is. Zij zijn de belangrijke mensen. Zij vervullen de wet van God. Aan de buitenkant dan. Dus worden zij door de woorden van Jezus te kijk gezet. Bovendien kunnen zij niet de wonderen doen die Jezus doet. Ze verachten Hem omdat Hij omgaat met ‘slechte mensen’ en verwijten Hem een dronkaard te zijn. Het ergste is nog dat ze Gods plan verwerpen. Duizenden mensen krijgen te eten Jezus trekt van dorp tot dorp en van stad tot stad om onderwijs te geven en genezingen te doen. Toch besteedt Hij de meeste tijd aan zijn twaalf leerlingen. Hij geeft hen extra uitleg en deelt dingen die Hij niet aan andere mensen vertelt. Uiteindelijk stuurt hij de twaalf twee aan twee uit om zelf te gaan evangeliseren en zelf te bidden voor genezingen. Het is een soort training voor ze en het gaat geweldig goed. De twaalf komen vol vreugde terug en Jezus neemt de tijd om met hen te praten. Maar het volk komt achter hun verblijfplaats en zoekt hen op. Jezus is vriendelijk, geneest mensen en vertelt over Gods koninkrijk. Aan het eind van de dag doet Hij een ander wonder. Met slechts vijf broden en twee vissen geeft Hij duizenden mensen te eten. Lucas beschrijft vervolgens een verhaal dat we ook al in Matteüs en Marcus zagen: Jezus gaat de berg op met drie leerlingen en verandert voor hun ogen. Zijn kleding wordt stralend wit, Hij praat met de profeten Mozes en Elia over zijn ‘levenseinde’. Het Griekse woord dat Lucas hier gebruikt, is ‘exodus’. Hij gebruikt dus een duidelijke verwijzing naar de bevrijding van Israël uit Egypte. Op dezelfde manier zal Jezus zorgen voor bevrijding van de slavernij van de zonde. Dit kan maar op één manier, zoals we verderop in Lucas ontdekken. Even daarvoor had Jezus al proberen uit te leggen aan Zijn vrienden dat de Messias moest lijden en sterven. Nadat ze de berg zijn afgedaald, doet Hij dit nogmaals, maar de mensen begrijpen Hem niet. Ondanks al dit onbegrip richt Jezus Zijn vizier nu volledig op het voltooien van Zijn missie. Lucas 9 vers 51 zegt: ‘Toen de tijd naderde dat Jezus van de aarde zou worden weggenomen, ging Hij vastberaden op weg naar Jeruzalem.’ Dit is een duidelijk keerpunt in het verhaal. Jezus is vanaf nu op weg naar de stad waar Hij zal worden gedood. Drie mannen komen één voor één naar Hem toe. Ze willen Hem volgen, maar omdat hun hart niet volledig bij Jezus is, stuurt Hij hen weg. Ditmaal kiest Hij 72 leerlingen uit, die Hij op pad stuurt. Zij moeten voor Hem uit gaan, naar alle steden en dorpen die Hij aan wil doen op weg naar Jeruzalem. Ze vertellen over het Koninkrijk van God, genezen mensen van ziekten en bevrijden van demonen. Dit allemaal in Jezus’ naam. Vol vreugde keren ze bij Jezus terug. Jezus antwoordt: ‘Wees niet blij dat de geesten zich aan jullie onderwerpen. Wees blij dat jullie bij God horen.’ Op reis met Jezus Het is mooi zoals Lucas Jezus’ reis naar Jeruzalem beschrijft. Het is bijna alsof we met Hem meetrekken. We ontmoeten interessante mensen, we leren dingen over het koninkrijk van God, over hoe we het Onze Vader kunnen bidden, over hoe God voor ons zorgt, over hemel en hel, over geld en bezittingen. Jezus laat in woord en daad zien hoe we ons moeten afkeren van aardse bezittingen en hoe we juist voor buitenstaanders moeten zorgen: de armen, de vreemdelingen, de zieken, ja, zelfs de belastingambtenaren! Jezus is gekomen voor hen die hulp nodig hebben. Hij vergelijkt zichzelf met een Herder die 99 schapen achterlaat om het ene verloren schaap te zoeken. En in één van de krachtigste verhalen uit de Bijbel, schildert Jezus een beeld van God van een liefdevolle vader die zijn zondige zoon weer in genade aanneemt, zelfs nadat de zoon hem praktisch heeft doodverklaard. Maar hij heeft ook nog een andere zoon, een man die zijn vader met de lippen eert, maar wiens hart niet bij hem is. Deze oudste zoon gaat niet in op de uitnodiging van de vader om thuis deel te nemen aan het feestmaal. De boodschap? Het is beter als zondaar te hebben geleefd en oprecht tot inkeer te komen dan je hele leven net te doen alsof je van God houdt. Dan komt Jezus in Jeruzalem aan. Het volk verwelkomt Hem als verlosser, maar de Joodse leiders wijzen Hem af en smeden een plan om het volk op te jutten en Hem te doden. Dit verzet tegen Jezus’ koninkrijk van vrede en gerechtigheid leidt uiteindelijk tot de opstand van de Joden tegen de Romeinen in het jaar 66. In het jaar 70 werd de tempel uiteindelijk verwoest. Als Jezus in Jeruzalem is, ziet Hij hoe de tempel wordt misbruikt voor handel. Hij is woedend, gooit de marktkramen omver en jaagt de handelaren weg. Deze daad zit vol symboliek. Ten eerste is het een soort voorbode van wat er ruim dertig jaar later zou gebeuren: de vernietiging van de tempel. Ten tweede leidt Jezus’ actie tot nog meer debatten tussen hem en de godsdienstige leiders, omdat Hij hun religieuze ideeën omver gooit. Hun besluit staat vast: Jezus moet uit de weg worden geruimd. Ze durven Hem niet op te pakken als Hij omringd is door zoveel mensen en ze wachten hun kans af. Het Pesachmaal Jezus trekt zich terug met zijn leerlingen om het pesachmaal te vieren. Lucas beschrijft hoe Jezus’ het Avondmaal instelt, waarbij het brood symbool staat voor Zijn gebroken lichaam en de wijn voor zijn vergoten bloed. Hij is het plaatsvervangende offer voor Abrahams zoon Isaak, voor de Israëlieten in Egypte en voor alle andere zondige mensen die Zijn aanbod tot vergeving aannemen. Zoals we ook in de andere evangeliën hebben gezien, pakken de Joodse leiders Jezus op na die maaltijd. Eerst wordt Hij verhoord door die leiders. Lucas benadrukt Jezus’ onschuld. Want als Jezus naar de Romeinse gouverneur Pilatus wordt gebracht, zegt deze tot drie keer toe dat Hij geen overt...
Probeer 7 dagen gratis
€ 9,99 / maand na proefperiode.Elk moment opzegbaar.
Exclusieve podcasts
Advertentievrij
Gratis podcasts
Luisterboeken
20 uur / maand