
Mijn eerste miljoen
Podcast von Quote
Nimm diesen Podcast mit

Mehr als 1 Million Hörer*innen
Du wirst Podimo lieben und damit bist du nicht allein
Mit 4,7 Sternen im App Store bewertet
Alle Folgen
35 Folgen
Advocaat, corporate-finance-adviseur, fintechondernemer, taxichauffeur en Quote-columnist. Anekdotemachine Arjen Paardekooper is dol op geld en op verhalen vertellen. Als dealmaker begeleidde hij 300 deals. ‘Het zwarte gat is het grootste probleem.’

Met slechts honderd dollar op zak kwam Shawn Harris voor de liefde naar Nederland. Het is lang sappelen als ondernemer in de fruithandel, maar de grote doorbraak komt met de eetrijpe avocado. Als Harris haar aandelen in Nature’s Pride verkoopt is de omzet gegroeid naar €400 miljoen en honderden medewerkers. In deze podcast vertelt ze over die reis.

Weinig ondernemers zijn zo avontuurlijk als Erik van Donselaar. Met één druk op de knop maakte hij als twintiger al zijn spaargeld over naar Pakistan. Geld dat een paar dagen in niemandsland verbleef. Inmiddels runt hij acht bedrijven en staat hij in Quote’s Top 100 Jonge Selfmade Miljonairs. En dat ondanks de coronapandemie, toen in sommige bedrijfsonderdelen ineens 70 procent van de omzet wegviel.

Nog voor zijn dertigste mocht Frank van Gool zich miljonair noemen. Alleen was de financiële huishouding van het familiebedrijf niet op orde. Van Gool raakte alles kwijt en zijn zelfbeeld liep een flinke deuk op. Met frisse tegenzin liet hij zich verleiden tot een uitzendavontuur. Het succes van Otto Work Force bracht hem in de Quote 500. ‘Ondernemen is het managen van afbreukrisico’s.’

Als jonge Jehova stak Armando Muis zijn voet tussen talloze deuren. Maar als tiener pleegde hij ook een overval waarvoor hij werd veroordeeld tot jeugddetentie. Na zijn vrijlating startte een handeltje in scooters. Inmiddels runt hij met La Souris de grootste fatbike- en scooterverkoper van Nederland. Muis debuteerde met een geschat vermogen van €36 miljoen op Quote’s lijst met selfmade miljonairs. “Ik ben een ondernemer, ik laat niks liggen. Ik pak wat ik pakken kan.’